Tijdens een gesprek niet zeggen wat je wilt zeggen, gesprekspartners die niet meer luisteren of je toch laten verleiden tot iets wat je niet wilt; het is echt niet altijd even makkelijk om een goed (zakelijk) gesprek te voeren. Dat bewijzen deze zes valkuilen wel. Voorkom ze dus!
1. Je probeert met veel woorden de ander te overtuigen
Je blijft maar praten in de hoop de ander te overreden met je motieven. Via verschillende invalshoeken probeer je je standpunt duidelijk te maken, liefst met zoveel mogelijk argumenten. Je wilt zeker weten dat je gesprekspartner je standpunten begrijpt.
Helaas. Door al jouw gepraat haken mensen op een gegeven moment af. De kracht van je boodschap wordt minder als je hem veel herhaalt. Daarnaast vinden mensen je vervelend worden als je door blijft drammen.
Probeer liever kort en bondig aan te geven wat de doelstelling van je gesprek is. Vertel één of twee argumenten en klaar, mondje dicht. Je geeft de ander zo de ruimte om ook aan het gesprek deel te nemen, bijvoorbeeld door het stellen van vragen. In je antwoorden kun je altijd nog nieuwe punten naar voren brengen.
2. Je bent te kort aan het woord
Een te kort verhaal maakt wellicht geen indruk omdat de nodige uitleg ontbreekt.
Tegen je leidinggevende zeggen ‘ik heb het druk’ is iets waar de ander niet veel mee kan. Het wordt een ander verhaal als je aan kunt geven welke taken je op dit moment hebt liggen, wanneer de deadlines zijn en hoeveel tijd je nodig hebt om een en ander af te werken. Met deze informatie kun je samen afspraken maken om je werkdruk te verlichten.
Licht dus altijd kort het hoe en waarom van je mening toe.
3. Je voelt je verplicht om je ‘nee’ uit te leggen
‘Ik kan de afspraak met de tandarts helaas niet nakomen omdat…’. ‘Ik vind het een eer dat je me gevraagd hebt om dat te doen, maar ik doe het liever niet omdat…’. En prompt vindt de ander in jouw betoog een opening om je toch aan je afspraak te houden!
Je bent echt niet verplicht om altijd je ‘nee’ toe te lichten! In veel gevallen is het voldoende om ‘nee’ te zeggen zonder uitleg te geven over het waarom. Bijvoorbeeld ‘Ik wil graag een nieuwe afspraak met de tandarts maken’ of ‘Attent dat je me gevraagd hebt, maar nee ik doe het niet’. Dit biedt voor de ander ook geen mogelijkheden om je alsnog over te halen.
Hoe verder mensen van je af staan, hoe beknopter jouw nee kan zijn.
4. Je spreekt voor anderen
Om je verhaal meer kracht te geven kan je de neiging hebben om te zeggen dat ook anderen je mening delen. Echter, niets is een grotere dooddoener dan ‘ik weet het niet precies hoor, ik heb het ook maar van horen zeggen’.
Pas hier dus voor op; spreek nooit zomaar namens anderen of over dingen ‘van horen zeggen’.
Baseer je verhaal op je eigen feiten zodat je zeker weet dat wat je zegt waar is.
5. Je haalt er een heel verleden bij
Als je toch op je praatstoel zit, kan je net zo goed je oude grieven boven tafel halen.
Niet doen! Spreek alleen over wat er op dat moment relevant is. Dat maakt je boodschap helder en to the point. Daarnaast is de kans groot dat je in een welles-nietes verhaal komt op het moment dat er oude koeien uit de sloot gehaald worden.
6. Je gebruikt veel woorden
Het staat wel indrukwekkend om je boodschap wollig te brengen. Zoals ‘als je het aan mij persoonlijk vraagt dan ben ik geneigd om de mening…’.
Als luisteraar stop ik snel met luisteren bij dit soort teksten. Bondig zeggen wat je te zeggen hebt is vaak veel duidelijke en doeltreffender. En de kans is groter dat de ander niet tijdens het gesprek afhaakt.
Gebruik daarom duidelijke spreektaal. Zoals in dit voorbeeld beginnen met ‘Ik vind dat…’
Tip!
Als je deze stappen gebruikt kun je altijd tegen iedereen alles zeggen op een positieve manier!
